Intensieve samenwerking met minder aanbieders moet leiden tot betere én goedkopere zorg. Normaliseren, voorkómen en samenwerken is nu het motto. Het klassieke inkoopmodel paste niet op de zorg: 'Het was zwart-wit'.
In Oude IJsselstreek leverden in 2018 maar liefst 116 aanbieders jeugdhulp. Echte samenwerking met de gemeente was daardoor lastig. Bovendien gaf de wijze van bekostiging aanbieders een financiële stimulans om zoveel mogelijk uren te leveren. Een verwijzing naar een zorgaanbieder leidde vaak tot onderhandeling en discussie. ‘De kosten liepen fors op en te veel mensen waren niet bezig met de directe zorg,’ vat programmamanager Linda Tackenkamp samen. ‘Als gemeente bepaalden wij hoe de zorgprofessional moest werken, hoe zorgproducten eruit moesten zien. Zelf was ik ook een old school inkoper. Ik keek vanuit de overeenkomst: “Afspraak is afspraak, daar heb je je aan te houden.”
Professionals de ruimte geven
Sinds 1 januari 2021 gooit deze gemeente het over een andere boeg. ‘We beseffen nu veel beter dat het bij zorg gaat om dienstverlening. Het is geen “product”, het is niet tastbaar, je kunt geen technisch Plan van Eisen schrijven dat vertelt hoe de zorg eruit moet zien. Bij de selectie en contractering passen we de principes van “conscious contracting” toe. Samen met de zorgaanbieders hebben we onze gedeelde waarden beschreven en op basis daarvan zijn we tot afspraken gekomen die onze wederzijdse belangen dienen. Nu maken we samen de vertaling naar de praktijk en voeren we de dialoog over hoe het anders moet.’ De gemeente bracht het aantal jeugdzorgaanbieders terug tot dertien, waaronder entrea lindenhout, dat individuele hulp, groepshulp en ambulante spoedhulp verzorgt. ‘We werken intensief met de aanbieders samen, geven hun professionals de ruimte en normaliseren de hulpverlening. Zo denken we de kwaliteit van de hulp te verbeteren en op de lange termijn minder geld uit te geven – al is dat laatste geen doel op zich.
Flexibiliteit
Paulien Sikking, beleidsadviseur jeugd, illustreert het met een concreet voorbeeld: ‘We kennen gezinnen bijvoorbeeld niet langer vier uur zorg per week toe. We geven de hulpverlener de ruimte om mee te bewegen met de vraag van de inwoner door de beschikking anders op te stellen. Als het even niet zo goed gaat, kan de hulpverlener in overleg met het gezin bijvoorbeeld zes uur inzetten, en als het juist wel lekker loopt voor twee uur of zelfs voor geen zorg kiezen. Dat is flexibiliteit: dat de hulpverlener kan kijken wat een gezin nu even nodig heeft.’ De gemeente bepaalt vooraf het aantal uren voor een langere periode, de hulpverlener kan zelf de uren over de gehele periode uitsmeren. ‘Zo kun je als aanbieder bijvoorbeeld ook heel intensief starten en daarna langzaam afbouwen zonder dat je daar met ons steeds over in overleg hoeft. Als blijkt dat de uren toch niet voldoende of juist te veel zijn, hebben we wel overleg over waarom dat zo is en stellen we waar nodig bij.’
Ook onderling samenwerken
Samenwerken gaat nog een stap verder. De gemeente wil namelijk ook dat zorgaanbieders onderling meer samenwerken. Zo werkt entrea lindenhout in de Achterhoek samen met Rubix zorg, dat wordt ingeschakeld als uithuisplaatsing dreigt van een kind dat bijvoorbeeld een gevaar kan zijn voor zichzelf of de omgeving. ‘Beide organisaties zoeken elkaar nu in een vroeg stadium op,’ vertelt Linda Tackenkamp. ‘Zo kan Rubix zorg zijn expertise al eerder inzetten en dat vergroot de kans dat uithuisplaatsing wordt voorkomen.’ Paulien: ‘We geloven dat er veel winst te behalen valt als we erin slagen om echt aan te sluiten bij wat een gezin nodig heeft. “Echt doen wat nodig is” noemen we dat. Kunnen wij dat als gemeente faciliteren en kunnen de professionals het invullen, dan wordt de zorg beter en is de inwoner echt geholpen.’
Niet alles is een probleem
Normaliseren, voorkomen en samenwerken: dat is het nieuwe motto in de Achterhoekse gemeente. Paulien licht het toe: ‘Normaliseren betekent dat we inwoners in hun kracht willen zetten, want niet alles is een probleem en hulpverlening is niet op alles het antwoord. Voorkomen betekent dat we als gemeente samen met de zorgaanbieders steeds op zoek zijn naar interventies om zwaardere zorg te voorkomen. En samenwerken is belangrijk omdat we als gemeente niet alle wijsheid zelf in pacht hebben: de professionals moeten zorgen voor de kwaliteit.’
Wat hebben inwoners nodig
Een belangrijke succesfactor is dat het gemeentebestuur achter de aanpak staat. ‘Een gemeente is een politieke organisatie,’ zegt Linda Tackenkamp. ‘We hebben de Jeugdwet uit te voeren, maar dat kan op verschillende manieren. Zien we de wet als vaststaand kader of kijken we verder, naar de bedoeling van de wet? Ons college van b en w kiest voor dat laatste en geeft ons als ambtelijke medewerkers een heldere opdracht om ook buiten de kaders te kijken naar wat onze inwoners nodig hebben. En ook de gemeenteraad spreekt dezelfde taal. Dat helpt ons om de zorgaanbieders duidelijk te maken wat we van hen verwachten.’ Paulien: ‘Wij hebben de zorgaanbieders nodig om de visie die bij ons bestuur is ontstaan handen en voeten te geven.’
Samen aan het bouwen
Emilia Borninkhof, manager entrea lindenhout regio Noord:
'Het is heel inspirerend om mee te werken aan de beweging die Oude IJsselstreek heeft ingezet. Deze gemeente wil echt handen en voeten geven aan 'doen wat nodig is' en geven de professionals de ruimte en het vertrouwen om dat ook werkelijk samen te doen. Met de nadruk op vertrouwen en samen. Dit lukt nu ook beter omdat we het met een overzichtelijk aantal aanbieders doen, samen met de gemeente en de toegang die door Buurtzorg Jong wordt uitgevoerd.
Natuurlijk is het een gezamenlijke zoektocht hoe we dat nou precies vorm gaan geven. Maar ook daarin wordt echt de samenwerking gezocht met de gecontracteerde aanbieders. Dus we zijn samen aan het bouwen. We nemen de tijd om dat goed en zorgvuldig te doen, en die tijd is er ook omdat Oude IJsselstreek ervoor heeft gekozen om een langjarig contract met elkaar aan te gaan. Eigenlijk moeten we over een jaar nog een keer geïnterviewd worden, want dan kunnen we onze eerste ontdekkingen delen.'